BESCHOUWING — VHP zal schoon schip moeten maken

De Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) heeft de verkiezingen verloren, dat is bij iedereen bekend. Maar eigenlijk was de nederlaag op papier niet eens het doorslaggevende dat de partij niet vijf jaar door had kunnen regeren. Als de NPS en Abop – en eventueel de kleine partijen aan boord waren geklommen – dan had Chandrikapersad Santokhi mogelijk zelfs nog als president door kunnen gaan. Echter, het is puur aan zijn onbetrouwbare en – volgens NPS-voorzitter Gregory Rusland – ‘onbeschofte’ gedrag te wijten dat die partijen een andere weg zijn ingeslagen. De oranje partij zal nu eerst schoon schip moeten maken in eigen huis om weer het vertrouwen van de kiezers te kunnen krijgen.

Tekst Armand Snijders

Beeld Valerie Fris & Terence Oosterwolde

Er mag gerust worden gesteld dat het vooral Santokhi is die de verkiezingen heeft verloren en dat ‘zijn’ VHP daar nu een hoge prijs voor betaalt door in de oppositiebanken te belanden, waar het nota bene – naar het zich laat aanzien – als enige partij in plaats moet nemen. Santokhi was verantwoordelijk voor zijn eigen – veelvuldig bekritiseerde – daden als president en vooral voor het vertrek van coalitiepartners NPS en Pertjajah Luhur (PL).

“Santokhi was verantwoordelijk voor zijn eigen – veelvuldig bekritiseerde – daden als president en vooral voor het vertrek van coalitiepartners NPS en Pertjajah Luhur”

Onbegrijpelijk en minachtend gedrag

De PL gooide hij op het einde van de regeerperiode uit de coalitie/regering omwille van de chantagepolitiek van Abop-voorzitter Ronnie Brunswijk. De NPS had hij halverwege al weg getreiterd met zijn onbegrijpelijke en minachtende gedrag, waarmee hij velen op de kast kreeg. Daar kreeg hij ook veel kritiek op, maar die wuifde hij achteloos weg. Hij vond dat hij goed bezig was en negeerde alle wijze adviezen en de verontrustende signalen die hij kreeg.

Santokhi blijft er nog altijd bij dat hij zeer populair is omdat hij met 45.475 stemmen bijna de helft van alle VHP-stemmen kreeg (tegenover 41.610 voor zijn NDP-rivaal Jennifer Geerlings-Simons). Maar dat is een misvatting, want dat was vooral te danken aan het feit dat in de verkiezingscampagne van de VHP werd benadrukt het vakje van de lijsttrekker rood te kleuren, onder het mom dat er anders mogelijk fouten zouden worden gemaakt.

Vier kandidaten in de top 10

De NDP liet die keuze vrij en daar streden meerdere kandidaten om de gunst van de kiezers. Met name Ashwin Adhin voerde opvallend campagne, omdat hij in de aanloop naar 25 mei nog nadrukkelijk zei te zullen gaan voor het presidentschap. Hij sleepte uiteindelijk 19.193 stemmen binnen. Ingrid Bouterse-Waldring kreeg er 6.680 – en werd bij voorkeur in De Nationale Assemblee (DNA) gekozen – en op André Misiekaba stemden 4.194 kiezers. Daarmee had de NDP vier kandidaten in de top 10 van meeste stemtrekkers.

Bij de VHP waren dat behalve Santokhi Krishnakoemarie Mathoera met 10.571 stemmen en Marciano Dasai (9.910 stemmen). Dat is opvallend omdat zij naast hun voorzitter nauwelijks campagne mochten voeren of daar het geld niet voor (over) hadden. Toch wisten zij heel wat kiezers te trekken. Dus de resultaten van Santokhi zijn sterk vertekend en geven geen juist beeld van de populariteit van individuele kandidaten.

Smadelijke nederlaag

Overigens, het werkelijke verlies van de VHP is groter dan op het eerste gezicht lijkt. Want uitgaande van de berekening op basis van landelijke evenredigheid, waarbij de VHP in 2020 23 zetels zou hebben gehaald, heeft ze op 25 mei zes zetels moeten inleveren en geen drie. De NDP is daarentegen juist gegroeid van dertien naar achttien.

Die terugval valt niet alleen Santokhi aan te rekenen, ook het bestuur mag het zich aanrekenen ondanks alle signalen en rode vlaggen niet te hebben ingegrepen. Maar dat heeft natuurlijk alles te maken met de hiërarchische verhoudingen binnen de partij, waarbij de voorzitter – in dit geval ook Santokhi – nauwelijks mag worden tegengesproken.

Na zo’n smadelijke nederlaag rest er voor Santokhi eigenlijk niets anders dan om een paar stappen terug te doen – ook als voorzitter – om de partij de gelegenheid te geven schoon schip te maken en het vertrouwen van de kiezers de komende jaren te herwinnen. En als hij niet uit zichzelf vertrekt, dan zal het bestuur hem, zodra hij het presidentiële stokje heeft overgedragen, moeten dwingen om te vertrekken. Omwille van de rust in de partij, zou hij beter kunnen voorkomen dat er een paleisrevolutie uitbreekt. Want daar is niemand bij gebaat.

Andere kopstukken

De VHP heeft nog een goede kans om vanaf 2030 weer volop mee te doen in de Surinaamse politiek. Daartoe lopen er genoeg andere kopstukken binnen De Olifant rond die het in zich hebben om de partij in de toekomst naar een glorieuze toekomst te leiden. Te denken valt aan Mathoera, de huidige minister van  Defensie en vooral de betrekkelijk jonge Dasai, minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu. Zij waren dus – na lijsttrekker …