BESCHOUWING — De (zure) vruchten van de presidentiële commissies

President Chandrikapersad Santokhi heeft in de nadagen van zijn – vooralsnog – eerste termijn nog snel een aantal commissies en werkgroepen in het leven geroepen. In vijf jaar tijd stelde hij te pas en te onpas zijn praatclubjes in, die zelden leidden tot vruchtbare oplossingen voor de problemen die ze moesten aanpakken. Het zijn de zure vruchten van het gevoerde beleid.

Tekst Armand SnijdersADVERTISEMENT

Beeld kabinet van de president

Vooropgesteld: de Ware Tijd gebruikt in dit artikel alleen de term ‘commissies’. Maar in werkelijkheid gaat het om ‘commissies, stuurgroepen en werkgroepen’, die allemaal door de president worden ingesteld. Wat het precieze verschil is, is onduidelijk en heeft niemand vanuit het kabinet van de president of de Communicatiedienst Suriname (CDS), ondanks herhaalde verzoeken, kunnen of willen uitleggen. De CDS gooit die termen ook regelmatig door elkaar.

Santokhi heeft tijdens zijn regeerperiode minstens 120 commissies het levenslicht laten zien, ofwel gemiddeld twee per maand. Overigens, hoeveel het er echt zijn, is onbekend, want daarover geeft het kabinet van de president geen duidelijkheid. En neem maar gerust aan dat niet alle ingestelde groepen via de CDS wereldkundig zijn gemaakt. Ook wat dat betreft heeft deze president lak aan het ‘goede bestuur’ dat hij bij zijn aantreden voor stond.

Het spoor bijster

In het begin zat er enige logica in de commissies die hij instelde en kregen de leden een duidelijke opdracht mee, maar naarmate de tijd vorderde en er steeds meer kwamen, raakte de samenleving het spoor bijster. Het lijkt er vooral op dat vooral vrienden en partijgenoten onderdak moesten krijgen. Én de schijn werd gewekt dat bepaalde zaken de serieuze aandacht van de regering hebben. Ook om het eigen falen van de president te verhullen.

De commissies hebben allemaal een beperkte levensduur (van drie maanden tot maximaal een jaar) en zijn direct verantwoording schuldig aan Santokhi, aan wie zij ook moeten rapporteren. Overigens, er zijn altijd uitzonderingen op de regels: de stuurgroep Ontwikkeling Palmolie Industrie Marowijne bijvoorbeeld mag onder leiding van VHP’er Geetapersad Gangaram Panday maar liefst drie jaar lang praten en brainstormen over wat er mis is gegaan rondom de Patamacca-deal.

De China Zhong Heng Tai Investment heeft ruim twintig jaar niets gedaan van wat ze volgens de overeenkomst had moeten doen en kapt enorme lappen kostbaar bos, om vervolgens het rondhout naar China te sturen. Het beloofde palmoliebedrijf is er niet gekomen. Ook deze regering weigert daar uit eigen belang tegen op te treden, de stekker uit de deal te trekken en de Chinezen naar huis te sturen. Echter, ze wil met het instellen van de stuurgroep de suggestie wekken de zaak wel serieus te nemen. Ondertussen kappen de Chinezen rustig door.

Maandelijkse ‘onkostenvergoeding’

Heel veel commissies leveren niet hun bevindingen in. En gebeurt dat wel, dan mag het staatshoofd daarmee doen wat hij wil. De indruk bestaat dat de meeste verslagen in de onderste la van zijn bureau belanden en dat er niets mee wordt gedaan. Er worden maar zeer sporadisch resultaten van de commissies gedeeld.

Er bestaat de nodige weerstand tegen de commissiedrift van Santokhi, juist vanwege de gebrekkige resultaten die ze opleveren. En ook omdat veel van deze groepen bemenst worden door leden die daarvoor betaald moeten worden. Hoeveel zij krijgen, is niet na te gaan in de begroting van het kabinet van de president, maar in het minst gunstige geval ontvangen leden van minder belangrijke werkgroepen een maandelijkse ‘onkostenvergoeding’ van minimaal SRD 2.000 per persoon. Dat bedrag kan oplopen tot SRD 10.000 tot 15.000 per maand – of zelfs meer – voor de ‘meer gewichtige’ werkgroepen … of ze nu wat leveren of niet.

In de ruim (minimaal) 125 werkgroepen zijn gemiddeld acht personen actief (en dat is een voorzichtige schatting), wat betekent dat Santokhi gedurende zijn regeerperiode zeker duizend Surinamers, onder wie veel vrienden en partijgenoten, voor kortere of langere tijd aan het werk heeft gezet. Dat heeft de staatskas vele tientallen miljoenen SRD’s gekost, waar dus geen verantwoording over wordt afgelegd.

Bovendien kun je je afvragen of er onder de vijftigduizend ambtenaren die Santokhi tot zijn beschikking heeft, niet genoeg mensen met een deskundige kijk op zaken zitten om een deel van het werk van die commissies over te nemen. Het is duidelijk dat hij niet bij Abop-ministeries wilde gaan vissen, omdat hij die partij niet vertrouwt en liever zijn eigen mensen inzet.

Belangeloos of niet?

Een recent ander voorbeeld van hoe hij beschikbare mensen buitenspel zet (of niet benut), is de installatie eerder deze maand van maar liefst acht presidentiële werkgroepen. Die bestaan uit bewoners van achterstandsbuurten, ‘die de taak krijgen om urgente problemen aan te pakken zoals ontwatering, werkgelegenheid, medische zorg en voedselzekerheid’.

Volgens VHP-parlementariër Asiskumar Gajadien, die als adviseur van de werkgroepen is …