Belastingjurist Shyamnarain: ‘Speciale local content-wetgeving voor offshore-olie niet noodzakelijk’

Fiscaal jurist Roy Shyamnarain verwacht dat oliemaatschappij TotalEnergies mogelijk al deze maand het definitieve investeringsbesluit (FID) voor de eerste olieontwikkeling in Blok 58 voor de Surinaamse kust bekend maakt. Hij baseert dit op recente uitspraken van directeur Patrick Pouyanné tijdens een zogenoemde ‘Earnings Call’ van het bedrijf. Eerder maakte de onderneming bekend een eventuele FID in het laatste kwartaal van dit jaar te zullen nemen.
Tekst Ivan Cairo

Beeld dWT archief
Pouyanné zei tijdens de recente meeting dat het streven was binnen een jaar na aankondiging van het project vorig jaar september de beslissing over het FID te nemen. Precies een jaar geleden was hij in Suriname om de regering te informeren over de plannen.

“Het zou me niet verbazen als de CEO van TotalEnergies ‘per ongeluk’ een tussenstop maakt in Paramaribo om de autoriteiten in Suriname als eerste over deze kwestie te informeren”
Roy Shyamnarain
Tijdens de Earnings Call lichtte hij verder toe dat het bedrijf een aanzienlijke bijdrage verwacht aan zijn kasstroom uit het Blok 58-project, aangezien het grootste deel ervan zelf zal worden gefinancierd. Pouyanné: “Laat mij duidelijk zijn, cashflow vanuit Suriname zal enorm zijn, omdat we in feite vrijwel alles zelf financieren. Dus, we zullen enorm veel profiteren van de cashflows.” De bijdrage van Suriname, niet alleen in 2028, maar ook de jaren daarna, tot en met 2032 zullen belangrijk zijn, zei de topman.
Shyamnarain verwacht op basis van deze uitspraken mogelijk nog deze maand het FID. “Gezien de tijdlijn die Pouyanne heeft vastgesteld, denk ik dat het heel goed mogelijk is dat het langverwachte FID binnen enkele dagen vanaf vandaag – in plaats van maanden – wordt aangekondigd. Het bedrijf heeft blijkbaar al een beslissing genomen en wacht op een geschikte gelegenheid om ermee naar de beurs te gaan.”
Pouyanné heeft volgens de fiscaal jurist al aangegeven dat dit waarschijnlijk op 2 oktober 2024 zou kunnen gebeuren, wanneer TotalEnergies zijn volgende jaarlijkse Investor Day in New York houdt. “Het zou me niet verbazen als de CEO van TotalEnergies, op zijn reis naar New York, ‘per ongeluk’ een tussenstop maakt in Paramaribo om de autoriteiten in Suriname als eerste over deze kwestie te informeren. Net als een jaar geleden.”
Hooguit aanpassen wetgeving
Tijdens de Earnings Call zei Pouyanné ook dat het bedrijf al belangrijke stappen heeft gezet, waaronder de overeenkomsten over het gebied voor veldontwikkeling met de autoriteiten, maar ook het veiligstellen van de romp van de Floating Production, Storage and Offloading (FPSO), waardoor het project eind derde kwartaal, begin vierde kwartaal kan worden goedgekeurd. FPSO is een drijvend productieplatform dat wordt gebruikt om aardolie en -gas te produceren, te behandelen en op te slaan in afwachting van verder transport.
Over werkgelegenheid en local content zegt Shyamnaran tegen de Ware Tijd dat wat hem betreft Suriname geen specifieke wetgeving daarvoor hoeft te hebben. “In artikel 17 van de Petroleumwet bestaat reeds een wettelijke regeling voor local content in de olie- en gassector.” Globaal komt die regeling erop neer dat aannemers en onderaannemers bij het aantrekken van personeel en het betrekken van goederen en diensten in Suriname voorkeur moeten geven aan Surinaamse werknemers en Surinaamse leveranciers van goederen en diensten.
Shyamnarain: “Die regeling uit de Petroleumwet wordt ook nadrukkelijk in de door Staatsolie gesloten productiedelingscontracten opgenomen. Contractors en hun subcontractors weten daardoor dus waaraan zij zich in dit opzicht moeten houden en dat zij periodiek aan Staatsolie daarover moeten  rapporteren.
Dus wat mij betreft hoeft er niet nog eens een aparte wet daarvoor te komen. Je zou hooguit in artikel 17 van de Petroleumwet een aanvulling kunnen opnemen ten aanzien van bijvoorbeeld het definiëren van enkele zaken, zoals ‘Surinamer’, ‘Surinaamse werknemer’, ‘Surinaams bedrijf’, ‘lokale leverancier’.” Ook zou daarin de mogelijkheid kunnen worden opgenomen om te kunnen voorschrijven welke goederen en diensten verplicht van Surinamers of Surinaamse bedrijven moeten worden afgenomen.
Stem van de kiezer
De jurist zegt geen cijfermatige informatie te hebben over de directe financiële impact van het FID op de Surinaamse economie. Maar in het algemeen mag volgens hem worden verwacht dat een investering van een dergelijke omvang, die over een aantal jaren geleidelijk oploopt tot negen miljard US dollar, “wel een gigantische impact zal hebben op een kleine economie als de onze”.
Hij vervolgt: “Al was het alleen maar om de impuls die zo’n investering – en de spin-off effecten daarvan – kan hebben op de economische groeipotentie van ons land. Toename van de exportwaarde op de betalingsbalans, toename van het BNP, meer economische bedrijvigheid vanwege toegenomen vraag naar lokale goederen en diensten, zijn een klein aantal van de verwachte effecten hiervan.”
Voor zover zij dat niet al hebben gedaan, vindt Shyamnarain dat er behoorlijk wat huiswerk is voor de beleidmakers en “would-be beleidmakers, die straks het bestuur van …