Beheer gymzaal Calorschool

door

SPORTVERENIGING DE AREND heeft een gebruikersovereenkomst met het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur ondertekend voor het beheer van de gymzaal van de A.T. Calorschool, de openbare Muloschool aan de Dr. Sophie Redmondstraat. De gymzaal wordt tot en met 2040 onder voorwaarden in gebruik gegeven aan De Arend voor doeleinden die met sportbeoefening te maken hebben.

Hiermee is een wens van De Arend voor permanent gebruik van de gymzaal vervuld. Informeel maakt ze al ruim dertig jaar reeds gebruik van deze accommodatie voor training en organisatie van minibasketbalwedstrijden. De Arend zal, om de zaal volledig te benutten, aanpassingen plegen, zoals het vergroten van de zaal.ADVERTISEMENT

Met het model van samenwerking tussen De Arend en de Calorschool is het ijs reeds gebroken en verdient het navolging in het belang van de sport in het algemeen, en de schoolsport in het bijzonder

Aanvankelijk waren de basketbalfaciliteiten op het Mr. Bronsplein tot haar beschikking, maar toen het Mr. Bronsplein complex in handen kwam van een stichting moest De Arend daar weg. De meeste sportverenigingen in Suriname hebben geen eigen huisvesting en er is nauwelijks aanbod van geschikte faciliteiten voor huur. Is een locatie te huur dan worden buitensporige tarieven gevraagd. ADVERTISEMENT

Met de pas gesloten overeenkomst is het accommodatieprobleem voor de bijna 75-jarige De Arend van de baan. In het algemeen is bouwen van een nieuwe gymzaal met moderne faciliteiten erg duur en het lijkt verstandige voor elke sportorganisatie om huur te betalen voor onderdak. Slimmer zijn plannen om de zaal te renoveren en het gebouw op te knappen, wat de intentie en goodwill toont om met de verhuurder een langjarige verbintenis aan te gaan. De club moet zich verzekeren van vaste inkomsten zodat de lasten niet te zwaar drukken op het budget.De Arend krijgt trouwens geen inkomsten uit recette van wedstrijden bij de Surinaamse Basketbal Associatie. Maar het wordt tijd dat aan leden contributie verplichting wordt opgelegd en supporters worden aangemoedigd zich te bundelen, extra fondsen worden ingezameld om de kosten te dekken.

Enkele politieke partijen die aan de aanstaande parlementsverkiezing meedoen hebben in hun programma of manifest de behoefte voor sportaccommodatie en bevorderen van schoolsport als prioriteit genoemd. Voor dit laatste is niet bij elke school accommodatie aanwezig en die zou – om aan de doelstelling te voldoen – gebouwd moeten worden. Weer andere zalen zijn aan (soms ingrijpende) renovatie toe.

De Ware Tijd heeft meerdere keren op de noodzaak gewezen van goede sportfaciliteiten landelijk, maar daar heeft de overheid nauwelijks tot niets mee gedaan. Sportbonden die over de condities beschikken en tijdens schooltijd ‘lege’ uren hebben kunnen samenwerkingsverbanden aangaan met scholen om gebruik te maken van hun accommodatie.

Voor het particulier initiatief kan er op het stuk van opleidingen kader worden gevormd voor de diverse takken van sport om de schoolsportactiviteiten te begeleiden. Aan de andere kant kunnen scholen die accommodatie beschikbaar hebben die buiten schooltijd verhuren. Enerzijds worden verenigingen voor zaalsporten geholpen en anderzijds verdienen de scholen er ook aan.

Een win-win-situatie dus. Met het model van samenwerking tussen De Arend en de Calorschool is het ijs reeds gebroken en verdient het navolging in het belang van de sport in het algemeen, en de schoolsport in het bijzonder.