Asfaltperikelen

door

DE VAN ’T HOGERHUYSSTRAAT is dezer dagen weer eens nagenoeg onbegaanbaar. Onderstellen van auto’s worden aan gort gereden dankzij de vele kraters die in het wegdek zitten en die door de overvloedige regenval nauwelijks zijn te zien. En het wordt iedere dag een beetje erger.

Het leidt tot onnodige extra en lange files en het kost de samenleving bakken met geld. Niet alleen door de schade die auto’s oplopen, maar ook in economisch opzicht door de vertragingen die de chaos oplevert.

Nurmohamed moet eindelijk eens de verantwoordelijkheid durven te nemen voor de missers van zijn ministerie en zich niet elke keer verschuilen achter anderen die iets zouden hebben gedaan.

Verantwoordelijk minister van Openbare Werken Riad Nurmohamed wast zijn handen weer in onschuld. Deze keer is in zijn ogen de rechter de boeman, want “die heeft besloten dat wij niet aan de weg mogen komen, dus wij wachten het proces af. Wij mogen het project niet opstarten zonder zijn toestemming. Híj heeft het project stopgezet”, zo beklaagde hij zich tegenover Starnieuws.

Maar Nurmohamed verdraait daarmee de feiten; de rechter heeft niet voor niets de werkzaamheden stilgelegd, omdat rond de aanbesteding van het door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) gefinancierde project een dubieus geurtje hangt. Dat zijn niet alleen vermoedens, ook de IDB zelf constateerde dat. En dát was de reden dat het Openbaar Ministerie een gerechtelijk onderzoek naar die aanbesteding is gestart.

Nurmohamed moet eindelijk eens de verantwoordelijkheid durven te nemen voor de missers van zijn ministerie en zich niet elke keer verschuilen achter anderen die iets zouden hebben gedaan. Want als zijn departement gewoon alles volgens de regels had gedaan, was er niets aan de hand geweest en zou de Van ’t Hogerhuysstraat nu geen gatenkaas zijn waar weggebruikers hun voertuigen kapot rijden en soms zelfs in levensgevaarlijke situaties terecht komen. Dat kunnen zij de minister aanrekenen en niemand anders. Dus ook geen rechter die gewoon zijn werk doet – en waarschijnlijk ook wel een op de bewuste weg moet rijden.

Nurmohamed beweert dat hij de gaten voorlopig niet provisorisch kan dichten omdat hij “geen materialen meer op voorraad” heeft. Zijn ministerie heeft nog vele openstaande rekeningen – ook bij asfaltbedrijven – waardoor zij (terecht) weigeren om nog langer te leveren aan de overheid. Zoals dat ook het geval is met veel vuilophalers en andere leveranciers van diensten en producten die niet zijn betaald.

Ook onder deze regering is er wat dat betreft geen of nauwelijks verbetering gekomen in het betaalgedrag van de overheid. De komende maanden – dus na het aantreden van de nieuwe regering – zal blijken hoe ernstig de situatie echt is en of het land er überhaupt op voor- of achteruit is gegaan.

Wat de situatie aan de Van ’t Hogerhuysstraat betreft, zegt Nurmohamed de ernst van de situatie te erkennen; hij heeft een team naar de locatie gestuurd “om de toestand in kaart te brengen” en te kijken of de gaten “voorlopig met stenen kunnen worden gedicht. Dat is een lapmiddel dat in vele straten al is toegepast en slechts korte tijd effect heeft. Maar Nurmohamed is nog even minister zijn opvolger moet dan naar een definitieve oplossing zoeken.