Afmeldingen stembureauleden kosten staat minstens SRD 1,2 miljoen extra

door

Tekst en beeld Valerie Fris

PARAMARIBO — Het kost de staat minimaal SRD 1,2 miljoen extra vanwege stembureaupersoneel dat zich de afgelopen twee tot drie weken heeft afgemeld. Het gaat om zo’n vijfhonderd personen die, ondanks hun afmelding, elk SRD 2.400 ontvangen voor het volgen van de training. In totaal hebben zich sinds de start van de trainingen 652 personen teruggetrokken in het district Paramaribo. Dat maakten onderminister van Binnenlandse Zaken, Maurits Hassankhan, en zijn directeur, Nasier Eskak, zaterdag bekend tijdens een persconferentie.ADVERTISEMENT

Omdat er geen overeenkomst is getekend, maar het ministerie wél heeft beloofd dat iedereen die de training heeft gevolgd daarvoor betaald wordt, is de staat verplicht die uitbetaling te doen. “We wilden geen extra druk leggen op de mensen, dus hebben we er dit keer bewust voor gekozen om hen geen overeenkomst te laten tekenen,” legt Eskak uit. “In zo’n overeenkomst had opgenomen kunnen worden dat wie zich aanmeldt voor de training, ook verplicht is om op de verkiezingsdag te werken.”ADVERTISEMENT

“Tijdens de colportage is gebleken dat veel mensen niet (meer) wonen op het adres waarop zij staan ingeschreven bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken”

Bij de evaluatie na de verkiezingen zal dit wel worden meegenomen, beloofd de directeur. De uitbetaling vindt ook na de verkiezingen plaats. De wet schrijft voor dat elk stembureau bemenst moet worden door minimaal tien leden. In Paramaribo alleen zijn er 275 stembureaus wat het totaal aantal personen die nodig zijn brengt op 2750. Eskak is blij dat 1300 nieuwe mensen zich deze week hebben aangemeld om te werken op een stembureau. De trainingen voor deze groep zijn vrijdag gestart en gaan door tot en met maandag.  Met dit aantal personen komt de verkiezing niet in gedrang, merkt de directeur op.

Oproepingskaarten

Tijdens de persconferentie werd ook bekendgemaakt dat tot en met 14 mei, de laatste dag van colportage, in totaal 275.896 oproepingskaarten aan huis zijn bezorgd. Dat is goed voor 69,1 procent van het aantal kiesgerechtigden. Onderminister Hassankhan maakte een vergelijking met eerdere verkiezingen. In 2015 werd uiteindelijk 89 procent van de oproepingskaarten uitgereikt — inclusief de kaarten die achteraf op een bestuurskantoor of op de verkiezingsdag op het stembureau werden opgehaald. In 2020 ging het om 75 procent.

Volgens directeur Eskak leert de ervaring dat ongeveer 25 procent van de kiesgerechtigden niet komt opdagen bij de verkiezingen. Dat komt neer op ongeveer 100.000 stemmen.

Tijdens de colportage is gebleken dat veel mensen niet (meer) wonen op het adres waarop zij staan ingeschreven bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken. Eskak wijst erop dat er geen wet is die burgers verplicht om een adreswijziging direct door te geven, noch een sanctie op het verzuim daarvan. Ook deze kwestie zal aan bod komen bij de evaluatie van de verkiezingen, aldus Eskak.