A20/DOE/PRO: “Geen overhaaste besluitvorming over grondenrechten zonder brede consultatie”

door

De politieke organisaties A20, DOE en PRO uiten hun ernstige zorgen over de manier waarop de regering de nota van wijziging op de ontwerpwet Collectieve Rechten van Inheemse en Tribale Volken heeft ingediend. De wijziging werd op 18 februari jongstleden aangeboden aan de Staatsraad en De Nationale Assemblée (DNA), waarbij alle negen artikelen van de oorspronkelijke ontwerpwet zijn vervangen.
Hoewel de drie partijen de voortvarendheid van DNA toejuichen, vinden zij dat een ingrijpende wetswijziging als deze niet zonder brede consultatie van de betrokken gemeenschappen en andere relevante instanties kan worden doorgedrukt. Het respecteren van de rechten van inheemse en tribale volken is volgens A20, DOE en PRO een fundamenteel principe dat niet lichtvaardig terzijde mag worden geschoven.
De Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) en de Vereniging van Saramaccaanse Gezagsdragers hebben met grote verontwaardiging gereageerd op de nota van wijziging. Zij benadrukken dat deze zonder hun betrokkenheid tot stand is gekomen en dat de aangepaste wet hun collectieve grondenrechten niet adequaat beschermt. De vrees bestaat dat hun traditionele leefgebieden hierdoor in gevaar worden gebracht. Ook andere belanghebbenden hebben kritiek geuit op de aanpak van de regering.
A20, DOE en PRO delen deze zorgen en roepen op tot een transparant en inclusief proces waarin de stem van de betrokken gemeenschappen daadwerkelijk wordt gehoord, gerespecteerd en meegenomen in de beraadslagingen.
Met de verkiezingen in aantocht, vinden de drie politieke partijen het onwenselijk dat er nu overhaaste en ingrijpende besluiten worden genomen over grondenrechten. Een wijziging van deze wet heeft verstrekkende gevolgen en moet daarom met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden behandeld. Verschillende politieke en maatschappelijke organisaties hebben al kritiek geuit en benadrukken dat de behandeling van de nota van wijziging niet mag worden afgeraffeld zonder brede maatschappelijke consultatie.
De collectieve rechten van inheemse en tribale volken worden reeds erkend in diverse artikelen van de Grondwet, zoals artikelen 3, 4, 6, 8, 159, 160, 161, 164 en 165. Daarnaast zijn er meerdere wetten, waaronder de Milieu Raamwet, de Wet Bosbeheer en de Bijzondere Concessiewet, die direct of indirect verband houden met deze gemeenschappen. De naleving van deze wetten laat echter te wensen over, en dat mag na de afkondiging van de Raamwet Collectieve Rechten Inheemse en Tribale Volken niet langer het geval zijn. De uiteindelijke wet moet dusdanig worden opgesteld dat naleving gegarandeerd is.
A20, DOE en PRO roepen de regering en De Nationale Assemblée op om de belangen van inheemse en tribale volken serieus te nemen en pas tot besluitvorming over te gaan als er voldoende draagvlak is. De drie partijen pleiten voor een rechtvaardig en transparant bestuur waarin de rechten van alle burgers worden gewaarborgd en gerespecteerd. Zij zullen zich blijven inzetten voor een zorgvuldige en eerlijke behandeling van dit cruciale vraagstuk.