President Simons: “Leefgebieden inheemsen en marrons moeten wettelijk beschermd worden”

door

President Jennifer Simons verklaarde tijdens de regeringspersconferentie dat het aanpakken van het grondenrechtenvraagstuk hoog op haar agenda staat. Een van haar eerste handelingen na haar beëdiging was het voeren van gesprekken met het traditioneel gezag. Deze gesprekken vonden plaats met granmans en vertegenwoordigers van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS).
Een belangrijk punt van discussie was de wet uit 1982, die de staat verbood zonder overleg gebruik te maken van gebieden die in de wet werden aangeduid als van “Indianen en bosnegers”. Deze wet is inmiddels herzien en opnieuw aangenomen.
De aangepaste wet stelt duidelijke grenzen aan waar de staat concessies of gronden mag uitgeven. Volgens de president had deze wet incidenten zoals in Powakka, Pikin Saron en andere gebieden mogelijk kunnen voorkomen.
Toch benadrukt Simons dat er veel verkeerde informatie wordt verspreid over de inhoud van deze nieuwe wet. “Deze wet regelt niet de grondenrechten van inheemsen en marrons,” aldus het staatshoofd. “Het is geen grondenrechtenwet, maar een wet die onmiddellijke bescherming biedt aan de leefomgeving van deze gemeenschappen.”
De president verklaarde bereid te zijn de wet te ondertekenen, maar gaf ook aan dat, mocht er toch sprake zijn van bedreiging van de leefgebieden, de wet alsnog afgekondigd zal worden. Ze liet weten een sterke motivatie te hebben om het grondenrechtenvraagstuk structureel op te lossen.
“De gebieden moeten duidelijk worden afgebakend, de dorpsbesturen moeten wettelijk erkend worden, en het bestuur moet transparant zijn naar de gemeenschappen toe,” zegt Simons. Ze uitte zorgen over berichten dat sommige individuen gronden verkopen zonder instemming van hun gemeenschap. “Ik ben zelf enkele jaren geleden naar Wit Santi gegaan om samen met de bewoners te strijden tegen dit onrecht,” verklaarde zij.
Met de nieuwe wet mogen er in bepaalde gebieden geen concessies meer worden uitgegeven, tenzij de betrokken gemeenschappen daar expliciet toestemming voor geven. De president herhaalde dat de staat zich al sinds 2017 of 2018 heeft gecommitteerd aan twee belangrijke doelen: het behouden van meer dan 90 procent bosbedekking met hulp van de internationale gemeenschap, en het streven naar een status van koolstofnegativiteit.
“Onze mensen moeten kunnen leven, we moeten inkomsten genereren. Maar tegelijkertijd moet de overheid veel meer inzetten op hernieuwbare energie,” besloot de president.