“In Suriname wordt al jaren over cultuur gesproken, maar er wordt nauwelijks in geïnvesteerd. Elke regering benadrukt hoe belangrijk kunst en cultuur zijn, maar in de praktijk gebeurt er weinig.” Een harde constatering van beeldend kunstenaar Sunil Pulhjun, die terug is na stage in Nederland van 27 juni tot 31 juli. Hij heeft in deze periode geleerd hoe kunstcollecties met zorg en systematiek worden beheerd en kreeg een confronterend beeld van hoe ver Suriname achterloopt in het behoud van kunstwerken.
Tekst Audry Wajwakana
Beeld privécollectie
Pulhjun werkt sinds oktober 2025 bij de afdeling Algemene Culturele Zaken van het directoraat Cultuur. Daarvóór was hij ruim 24 jaar werkzaam bij de Nola Hatterman Art Academy. Hij gaf les in beeldende kunst en fungeerde acht jaar als leidinggevende.
De kunstenaar zegt dat met veel plezier te hebben gedaan, maar met de komst van een nieuw bestuur veranderde de situatie. Verschillen in inzicht maakten de samenwerking bij de kunstacademie moeilijk. “Ik ben geen jaknikker. Als ik zie dat iets verkeerd gaat, wijs ik daarop. Dat werd niet altijd gewaardeerd”, zegt hij tegen de Ware Tijd. Uiteindelijk besloot hij zijn loopbaan een andere wending te geven.
Blik verbreden
Als beeldend kunstenaar voelde Pulhjun zich altijd aangetrokken tot papier- en linnenrestauratie, maar kreeg niet de gelegenheid om zich daarin te verdiepen. In Suriname houden enkele kunstenaars, onder wie beeldend kunstenaar Rinaldo Klas, zich bezig met het restaureren van kunstwerken. Dat weet Pulhjun uit ervaring, omdat hij Klas ooit heeft geholpen bij een restauratie in Readytex Art Gallery. Ook Jules Brandflu zou restauratiewerkzaamheden verrichten.
Wat Puljhun constateerde was dat die werkzaamheden veelal beperkt bleven tot preventief onderhoud. Toen hij bij de afdeling Algemene Culturele Zaken dagelijks in aanraking kwam met kwetsbare kunstwerken uit de staatscollectie, werd die oude ambitie nieuw leven ingeblazen. Op eigen initiatief bekeek hij mogelijkheden om te leren over papier/linnen restauratie.
Via de Nederlandse ambassade kwam hij in contact met Remco Vermeulen, coördinator internationale samenwerking roerend erfgoed en Cindy Zalm, hoofd onderzoek en collectie realisatie. Vanaf december vorig jaar voerde hij gesprekken en begin dit jaar werd duidelijk dat er mogelijkheden zijn. Voorwaarde was dat hij een plan met leerdoelen moest opstellen, waarin hij aangaf wat hij wilde bereiken. “Toen bleek dat er eigenlijk veel meer diepgang nodig is dan ik dacht”, zegt Pulhjun.
Een volledige restauratieopleiding zou de meest logische stap zijn, maar die duurt vier jaar en vereist een stevige bagage in onder andere scheikunde. Die achtergrond heeft Pulhjun niet. Toen hij de situatie van de Surinaamse staatscollectie uitlegde, ontstond het plan om hem vijf weken te laten meekijken hoe Nederlandse instellingen hun collecties beheren en welke methoden zij inzetten voor preventieve conservering.
Leerrijke periode
Tijdens de stage werkte Pulhjun drie weken bij het Wereldmuseum Leiden, gekoppeld aan het Wereldmuseum Amsterdam. Daarnaast bracht hij een week door in het Rijksmuseum en bezocht het Nationaal Archief en het Collectiecentrum Nederland in Amersfoort.
Zijn verblijf in Nederland werd een bijzonder leerrijke periode. Hij leerde hoe kunstwerken professioneel worden opgeslagen in depots en welke voorwaarden daarvoor cruciaal zijn. Eén van de belangrijke lessen was de noodzaak van klimaatbeheersing. In Nederland maken musea gebruik van geavanceerde klimaatsystemen die niet alleen de temperatuur constant houden, maar ook de luchtvochtigheid op peil houden om schimmelvorming te voorkomen.
Daarnaast kreeg hij inzicht in de strikte inspecties op insectenplagen. “Ze hebben een heel streng beleid. Niet alleen in de depots, maar ook op de werkplekken wordt gecontroleerd, zodat er geen insecten binnenkomen”, zegt hij. Pesticiden zijn volledig uit den boze zijn. De instellingen werken volgens moderne inzichten die de gezondheid van medewerkers en de veiligheid van de collectie vooropstellen. In Suriname is er niet eens sprake van een geschikte ruimte om kunstwerken op te slaan.
Begin maken
Ook op administratief vlak was de stage een eyeopener. In Nederland maakt een registratiesysteem het mogelijk om precies te traceren waar elk kunstwerk zich bevindt, terwijl in uitgebreide conditierapporten de staat van de objecten wordt vastgelegd. Zulke structuren zouden in Suriname al een enorme vooruitgang betekenen. “Het heeft mij wegwijs gemaakt in manieren waarop wij hier de staatscollectie kunnen stabiliseren”, vertelt Pulhjun.
Hij benadrukt dat niet alle werken ingewikkelde restauratieprocedures vereisen. Veel kunststukken kunnen met eenvoudige maatregelen worden gestabiliseerd. Tegelijkertijd erkent hij dat er objecten in zo’n slechte staat zijn dat gespecialiseerde restauratoren moeten worden ingeschakeld.
Zelf wil hij wat hij geleerd heeft inzetten om in ieder geval te beginnen met het registreren van de werken, zodat ze weer toegankelijk worden voor het publiek. Daarvoor wil hij samen met cultuurdirecteur Dweight Warsodikromo een plan uitwerken. “De directeur wil zeker een aantal dingen doen, maar als er geen financiële ondersteuning komt, dan kan ook hij niet veel. Hoe graag we het ook willen.”
Volgens de kunstenaar ontbreekt het in Suriname structureel aan bewustzijn en visie vanuit de top. Hij wijst erop dat meerdere ministers van Onderwijs, in hun beleidstaal kunst en cultuur hebben genoemd, maar dat het in de praktijk bij woorden bleef. “Om jouw geschiedenis te kunnen vertellen aan de generaties na ons, is investering nodig. Jammer genoeg ontbreekt die, het besef is ver te zoeken,” zegt Pulhjun fel.
Begin dit jaar is al begonnen met het registreren van kunstwerken die verspreid zijn over verschillende ministeries. Daarbij gaat het niet alleen om het vastleggen van de plek waar ze zijn, maar ook om hun conditie. “Als een kunstwerk in slechte staat verkeert, moet het ‘teruggeroepen’ worden om te worden hersteld, voordat het weer kan worden teruggeplaatst”, legt Pulhjun uit.
Solide basis leggen
Goede conditierapporten en ’s zijn daarbij onmisbaar. Ze maken de schade zichtbaar en vormen later de basis voor onderbouwde restauraties. Hij ziet dit als een proces dat tijd zal vergen. “We zullen niet binnen een maand of twee klaar zijn. Het kan wel een jaar duren voordat we alle kunstwerken goed hebben geregistreerd en gedocumenteerd.”
Toch keerde hij met een positieve houding terug uit Nederland. “Ik ben met een goede vibe teruggekomen om dit werk verder te doen. Ik hoop dat ik daarbij de steun krijg van de collega’s die ook betrokken zijn.”
Het belangrijkste doel is volgens hem het leggen van een solide basis. “Als die basis er eenmaal is, hoeven de mensen die na ons komen het wiel niet opnieuw uit te vinden. Dan laten we iets achter waar de komende tien jaar verder op gebouwd kan worden”, besluit Puljhun.
- Minister Pokie: ‘Koopkrachtversterking is niet stopgezet…..
- VES: ‘Suriname moet Dutch Disease voorkomen’..
- Jeugddammers vallen in de prijzen tijdens Caribische kampio…..
- Vijftienjarige steekt veertienjarige in brand om adapter..
- Vijf advocaten en één kandidaat-notaris zijn beëdigd bij he…..
- Bij toelaten vijf nieuwe advocaten: ‘Niemand staat boven de…..
- Illegale vogelhandel opgerold bij Burnside..
- Vijf advocaten en kandidaat-notaris beëdigd bij Hof van Jus….
- Twee drugshaarden opgerold in Meerzorg..
- Minister Currie: “Tekort aan leerkrachten blijft grote uitd…..
- Rechtspraak en belangenverstrengeling..
- Trinidad en Tobago wil energie-tijdperk leiden met nieuwe d….
- Zero tolerance-beleid als nalatenschap van Simons.
- Opmerkelijk – 102-jarige Japanner oudste persoon die top be….
- Eve onthult romance met Suge Knight.
- Santokhi treedt toe tot DNA na korte vakantie..
- Versterking Engels taalonderwijs besproken bij ontmoeting V…..
- Kunst uit staatscollectie smeekt om behoud: ‘Besef heel ver…..
- Oud-president Santokhi tijdelijk in het buitenland met gezi…..
- Vrouw uit Peru smokkelt cocaïne in seksspeeltje op Bali, kr….
- Inheemse groepen eisen actie van Zuid-Amerikaanse leiders t….