Pak tjauwmin in ruil voor seks met minderjarige

Gisteren stonden Olmond A., beter bekend als Pimpieset, en Erik A. voor rechter Elgin in een zaak die ernstige zedenzaken en mensenhandel aan het licht brengt. De zaak, die veel stof doet opwaaien in de lokale gemeenschap, wordt gekenmerkt door beschuldigingen die variëren van kindermisbruik tot mensenhandel en kinderporno.
De zaak kwam aan het rollen nadat de officier van justitie haar voordracht had gedaan. Pimpieset wordt onder andere verdacht van het accepteren van een pak tjauwmin in ruil voor seks met een minderjarige die nog geen 16 jaar oud was. Daarnaast wordt hij beschuldigd van meerdere ernstige delicten, waaronder mensenhandel, prostitutie, medeplegen van mensenhandel, koppelarij (het organiseren van prostitutie), verkrachting, het onttrekken van een minderjarige aan het wettelijk gezag en het bezit van kinderporno.
Zijn oom Erik, die eveneens voor de rechter stond, wordt beschuldigd van het plegen van verkrachting of seksueel contact met een meisje dat volgens de aanklacht tussen de 12 en 16 jaar oud was. Hij ontkende echter de beschuldigingen en hield vol onschuldig te zijn. Tijdens de hoorzitting gaf Erik aan medische behandeling nodig te hebben voor zijn prostaat en verzocht hij de rechter om door een uroloog te worden onderzocht. Volgens hem zou hij bij zijn aanhouding door politieagenten hardhandig zijn behandeld, waarbij er tegen zijn geslachtsdelen zou zijn geschopt.
Opvallend tijdens de zitting was dat Pimpieset zijn compagnon Erik ‘Papa’ noemde, terwijl uit onderzoek blijkt dat er sprake is van een neef-oomrelatie tussen beiden. Deze verwarring over familiebanden werpt een ander licht op de complexe relatie tussen de verdachten.
De rechter besloot de zaak aan te houden om getuigen te horen. Tijdens de behandeling verklaarde Pimpieset dat hij voor een pak tjauwmin een onbekende man seks had laten hebben met het meisje. Hij ontkende echter verdere betrokkenheid bij de andere beschuldigingen. Ook wilde hij geen verklaring afleggen tegen zijn oom Erik. Hij gaf aan zijn oom of zichzelf niet te willen belasten en daarom geen verklaring te zullen afleggen.
De rechter besloot de zaak uit te stellen tot 27 oktober 2025, wanneer de rechtszaak wordt voortgezet. De beide verdachten blijven voorlopig in voorlopige hechtenis. De rechter heeft bepaald dat Erik de medische hulp krijgt die hij nodig heeft en heeft verzocht dat hij wordt doorverwezen naar een uroloog.
De zaak krijgt veel aandacht in de samenleving vanwege de ernst van de beschuldigingen en de complexe familiebanden die tijdens het onderzoek naar voren komen.