Minister Dasai: “We moeten beseffen dat het milieu een verlengstuk is van onszelf”

Plasticvervuiling is inmiddels een wereldwijd probleem geworden. Het is aanwezig in de diepste oceanen, op verre bergtoppen en zelfs in het menselijk lichaam. De productie van plastic is sinds 1950, toen het nog 2 miljoen ton was, enorm snel gegroeid en bedraagt nu zo’n 430 miljoen ton.
Een groot deel van dit plastic wordt eenmalig gebruikt en belandt vervolgens in rivieren, oceanen en op stortplaatsen. Helaas heeft ook ons land hiermee te kampen. “Wereldmilieudag is geen dag om alleen stil te staan, maar om eerlijk in de spiegel te kijken.” Dat zegt minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) in een interview met Suriname suriname, ter gelegenheid van Wereldmilieudag 2025.
De jaarlijkse themadag, die wereldwijd wordt aangegrepen om bewustwording rond milieu en duurzaamheid te vergroten, vormt volgens de bewindsman ook voor Suriname een belangrijk ijkpunt: “We moeten evalueren wat we gedaan hebben, waar we tekort zijn geschoten en hoe we samen beter kunnen.”
Volgens minister Dasai is milieubescherming allang geen abstract beleidsthema meer, maar een directe levenszaak. “We ademen de lucht, drinken het water, leven op de bodem. Als we voor onszelf zorgen, moeten we ook zorgen voor de omgeving waarin we leven,” benadrukt hij. Wereldmilieudag biedt volgens hem een belangrijk moment van reflectie, maar moet ook leiden tot concrete verandering.
Het thema van deze editie – het terugdringen van plasticvervuiling – is voor Suriname bijzonder relevant. De minister erkent dat plasticafval, vooral in stedelijke gebieden, een groeiend probleem is.
“We zijn al begonnen met het uitfaseren van single-use plastics, zoals plastic zakken en rietjes. Maar dit gaat gefaseerd. Je kunt niet zomaar alles in één keer verbieden zonder alternatieven en zonder bedrijven de tijd te geven zich aan te passen.”
Hij wijst ook op lopende projecten waarin samengewerkt wordt met het bedrijfsleven, zoals het recyclen van plastic tot bouwmaterialen, en op initiatieven voor afvalscheiding in huishoudens. Maar de grootste uitdaging, zegt Dasai, blijft bewustwording.
“Zolang mensen afval blijven weggooien alsof het niets is, halen we geen duurzame resultaten. We moeten het besef ontwikkelen dat afval ook waarde heeft. Dat hoort bij een circulaire economie.”
Toch is de boodschap van de minister hoopvol. Er zijn stappen gezet en het bewustzijn groeit, vooral onder jongeren. “Ik zie steeds meer initiatieven van scholen, van buurten, van jongerenorganisaties. Dat stemt hoopvol. Maar we moeten het tempo opvoeren. Het milieu wacht niet.”
Op deze Wereldmilieudag herhaalt Dasai zijn centrale oproep: milieubescherming is niet alleen een taak van het ministerie. “Iedere burger heeft verantwoordelijkheid. Als je voor je eigen lichaam zorgt, moet je ook zorgen voor je omgeving. Want het milieu is geen losstaand iets – het is een verlengstuk van jezelf.”