Tweesporen sport beleid

door

HET SURINAAMS OLYMPISCH Comité (SOC) heeft, ondersteund door Olympic Solidarity, voor de tweede keer voor sportbesturen de cursus sportadministratie verzorgd. Veertig deelnemers van veertien sportbonden hebben er aan meegedaan. De training wordt gezien als een opstap naar de sportmanagement cursus voor gevorderden. Het SOC investeert hiermee in kadervorming waarmee het fundament voor een professioneel en toekomstgericht sportbestuur in Suriname wordt versterkt. De opleiding is verzorgd door Surinaamse deskundigen.

Aangezien de kadertraining het fundament moet versterken van een professioneel toekomstig sport bestuur in Suriname moet ze beantwoorden aan de wijze van professionele inrichting van een sportadministratie en het management moet op een professionele leest zijn geschoeid. Daar hoeft niet aan te worden getwijfeld omdat zowel het SOC als Olympic Solidarity werken met hoge standaarden.ADVERTISEMENT

Bijzonder kwalijk is dat persoonlijke sportprestaties waaruit de groei van jeugdige sporters vanaf de jeugd kan worden afgelezen, niet op schrift – tegenwoordig digitaal – worden bijgehouden

Voor een duidelijk inzicht lijkt het de moeite waard niet alleen zinvol te kijken naar de ontbrekende kennis in theorie, over de wijze en mate van inrichting van de sportadministratie, maar ook naar de bestaande omstandigheden waaronder de administratie momenteel wordt gevoerd. Van de deelnemers aan de recente cursus wordt verwacht dat wat ze hebben geleerd zal worden gebruikt als aanzet om orde op zaken te stellen bij hun sportorganisatie. Voor zover er nog geen sprake is van deugdelijke manier van data bijhouden zouden zij de aangewezen personen kunnen zijn om hiermee te beginnen

De meeste sportclubs en bonden in Suriname hebben geen clubgebouw, althans een ruimte om de administratie verantwoord op te bergen. De praktijk heeft geleerd dat verslaggevers niet terecht kunnen bij veel sportorganisaties voor de meest basale gegevens over sporters, hun prestaties en hun ontwikkeling in hun tak van sport.

Bijzonder kwalijk is dat persoonlijke sportprestaties waaruit de groei van jeugdige sporters vanaf de jeugd kan worden afgelezen, niet op schrift – tegenwoordig digitaal – worden bijgehouden. Er zijn gevallen bekend waarbij historische gegevens over sporters en hun club verloren zijn gegaan door slecht beheer.

Zover de data enigszins gebrekkig zijn opgetekend, is de vindplaats waar die zijn opgeslagen niet geheel bekend. Het ergste is dat vanwege het ontbreken van een clubgebouw sporttrofeeën zoals ‘bekers’ verdwenen zijn. 

Sportorganisaties konden vroeger in buurthuizen terecht als alternatief ‘clubhuis’ en er is vaak geen (geschikte) accommodatie waar spelers elkaar kunnen ontmoeten. 

Het SOC zou kunnen bevorderen dat sportorganisaties stoppen met handgeschreven info op kaarten die in een kaartenbak worden weggestopt, en dat de gegevens digitaal worden opgeslagen, bij  voorkeur met een backup op een gegevensdrager.

Dan pas kunnen we door een tweesporig beleid deels professioneel komen tot de dataverzameling. Enerzijds de theoretische kennisoverdracht en anderzijds tegelijk de fysieke omstandigheden.