Bronto in Nickerie: “Ik steun Mathoera, maar het volk betaalt de prijs voor haar corrupte collega’s”

Tijdens een toespraak in het district Nickerie heeft PL-lijsttrekker Bronto Somohardjo zijn steun uitgesproken voor defensieminister Krishna Mathoera, maar tegelijkertijd scherpe kritiek geuit op de stilzwijgende houding van president Chan Santokhi en het gedrag van enkele collega-ministers.
“Ik steun de oproep van Mathoera,” stelde Somohardjo, “maar ik zeg ook: het volk betaalt nu de prijs voor de corruptie van haar collega-ministers.” De politicus verwees hiermee naar recente uitlatingen van Mathoera, waarin zij stelde dat binnen de Raad van Ministers besluiten zijn genomen “die het vertrouwen van de samenleving onder druk zetten.”
Volgens Somohardjo toont die uitspraak aan dat zelfs binnen de VHP de onvrede groeit. “Als hun eigen minister van Defensie al zegt dat er beslissingen genomen worden die het vertrouwen schaden, dan weten we één ding zeker: de bende van ellende zit binnenin.”

De PL-voorman haalde hard uit naar de ministers van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) en Openbare Werken (OW). Hij verwees naar drie controversiële projecten als voorbeeld van wat hij noemt “vriendjespolitiek en wanbeheer”:– De weg naar Apoera, waar volgens hem bijna SRD 1 miljard extra is gespendeerd, tot het project werd stopgezet door de rechter;
– De brug bij de Van ‘t Hogerhuysstraat, die is stilgelegd vanwege vermeende corruptie;
– Het Pan-American-project, waarbij SRD 280 miljoen werd verspild “zonder enig voordeel voor de doorsnee Surinamer.”
“Er zijn miljarden voor vrienden en familie,” riep Somohardjo, “maar geen padieprijs voor de rijstboer, geen behoorlijke verhoging voor ambtenaren. We krijgen SRD 1500, terwijl de elite zich verrijkt.”
Somohardjo richtte zich ook rechtstreeks tot de president: “Toen ik minister was, stond de CLAD binnen een week op mijn stoep. Maar nu? Nu zwijgt de president. Waar blijft de CLAD voor zijn eigen ministers? Of is de wet alleen van toepassing als je Bronto heet?”
De politicus riep het publiek op om de komende verkiezingen op 25 mei te zien als een keerpunt. “Dit is geen gewone verkiezing meer. Dit is de strijd tussen het volk en de elite. Tussen eerlijk bestuur en corrupt beleid.”
Zijn toespraak eindigde met een vurige oproep: “Na dya yu mus deh. Dit is ónze strijd. Laten we deze strijd winnen.”