Rusland en Pokie roepen op om zaken te deponeren bij het OM

NPS-voorzitter Gregory Rusland en partijgenoot Diana Pokie zijn van mening dat wanneer mensen vinden dat partijleden ernstige handelingen hebben gepleegd, ze deze zaken bij het Openbaar Ministerie (OM) moeten deponeren. Dit naar aanleiding van beschuldigingen door vicepresident Ronnie Brunswijk, die beweerde dat voormalig GBB-minister en ABOP-topper Pokie 300.000 hectare grond heeft toegewezen aan een Chinese ondernemer.
Tijdens een persconferentie vandaag in Grun Dyari zei Rusland dat er ernstige beschuldigingen zijn gedaan door een hooggeplaatste regeringsfunctionaris. De voorzitter benadrukte dat zijn partij niet bang is voor allerlei beschuldigingen. In de geschiedenis van de partij heeft de NPS bewezen dat ministers naar de rechter worden gestuurd wanneer ze fouten hebben gemaakt. Maar als een partijlid wordt beschuldigd, moet die persoon de kans krijgen om zich te verdedigen.
Pokie, die gewapend met alle documenten aanwezig was bij de persconferentie, gaf aan dat ze reageert in het belang van openheid en niet om zichzelf te beschermen. Ze verklaarde verder dat de gronduitgiften waarnaar wordt verwezen, zijn verstrekt in de periode 2015-2018, twee jaar voordat ze minister werd in 2020. Pokie gaf aan dat het om een verlenging van een concessie gaat, die volgens haar een formaliteit was. Het GLIS, waar de registratie van de concessie moest plaatsvinden, had enkel enkele administratieve fouten geconstateerd. Ze besloot de verlenging te honoreren.
Van de 300.000 hectare weet ze niets, omdat ze naar eigen zeggen nooit een stuk grond van dat formaat heeft uitgegeven. Misschien, zo suggereert de NPS’er, komt de vicepresident in de war met zijn eigen concessies.
Ze riep de samenleving en de pers op om zelf naar het GLIS te gaan en te onderzoeken welke gronden en hoeveel familieleden van haar hebben ontvangen toen ze nog minister was. Pokie heeft ook moeite met het feit dat de vicepresident verwijst naar een Chinese ondernemer, terwijl haar beleid geen onderscheid maakt naar bevolkingsgroep.
Ze vraagt zich ook af waarom de president de uitgifte niet heeft teruggedraaid als deze inderdaad niet conform de juiste procedure heeft plaatsgevonden. Volgens haar heeft de president vaker ingegrepen.
Ze stelde verder de vraag waar de beleidsinstructies waren waarin stond dat ze alleen op basis van instructies van de president mocht handelen, zoals eerder werd beweerd. Ze riep de vicepresident op om gerust naar de procureur-generaal te stappen met alle stukken.
[embedded content]