25 jaar FHR Institute for higher education

door

Het FHR Lim A Po Instituut voor Hoger Onderwijs bestaat 25 jaar. Ter gelegenheid hiervan verschijnt een publicatie van het instituut, waarin de oprichter Hans Lim A Po, – in januari is hij 85 jaar geworden -, in een interview met prof. Maurice Adams, hoogleraar aan de Tilburg University, terugblikt op zijn werkzame leven als advocaat (1963-1981), directeur van Billiton Suriname (1981-1997), toen de mijnbouwtak van Shell, daarna tot 2000 als general counsel van Billiton PLC in Londen en natuurlijk als de oprichter van het FHR-instituut. In het licht van het vijftigste levensjaar van de Republiek Suriname, reflecteert Lim A Po ook op het verleden en de toekomst van zijn geboorteland, met soms verrassende inzichten over de ontwikkelingen voor en na 1975.

Tekst Roy Khemradj

Beeld FHR Instituut

De opening van het instituut op 9 maart 2000 had een speciale aanleiding. Het was de honderdste geboortedag van Hans’ vader, Frederik Hendrik Rudolf (FHR), die op 9 april 1957 overleed. FHR was ook advocaat, een prominente NPS-politicus en voorzitter van de Staten van Suriname (1945-1947) en (1951-1953).

“Zelf denk ik dat de overheid in ieder geval beleid moet voeren dat uittocht niet stimuleert“

Van zijn vader heeft Hans liefde voor leren met de paplepel meegekregen. Ook dat een burger twee schouders heeft: één  voor z’n gezin en de andere om iets te doen voor z’n land. Dit motiveerde Lim A Po om na terugkeer uit Londen in 2000, een van zijn schouders onder het land te zetten. Een terugkeer naar het advocatenkantoor dat inmiddels door zijn zoon en anderen was voortgezet, was geen optie.

Hij werd docent aan de universiteit en kreeg de mogelijkheid om voor Suriname een diplomatenopleiding op te zetten. De kosten hiervoor waren toegezegd door de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken. Dus reisde Lim A Po ter voorbereiding naar Brazilië ( bij het Rio Branco Instituut voor diplomatieke opleidingen, en naar Nederland. Daar sprak hij in Den Haag met Clingendael, een onderzoeksinstituut en academie voor internationale betrekkingen en met het Institute for Social Studies (ISS).

Financiering

De financiering ging echter onverwacht niet door. Lim A Po besloot daarna zelf hoger onderwijs aan te bieden met de oprichting van opleidingen voor een Master of Public Administration in samenwerking met het ISS en een Master of Business Administration in samenwerking met de Maastricht School of Management.

Maar zijn businessmodel klopte niet. Hij had hoge kosten in valuta – docenten die ingevlogen moesten worden – en onvoldoende lokale inkomsten. Lim A Po liet daarom zijn oog vallen op de mogelijke koop van de Surinaamse vestiging van de Hogeschool In Holland aan de Burenstraat, omdat zich daar problemen voordeden, onder andere met accreditaties.

Het overnameproces lukte, maar duurde uiteindelijk vier jaar omdat Lim A Po ook de verplichting had om de zittende studenten hun opleiding te laten afronden. Een kostbaar proces. Zo is het FHR-instituut begonnen met de bachelor school. Het instituut heeft inmiddels twee scholen die hoger onderwijs verzorgen: één op graduate niveau en de andere op undergraduate niveau. Het hoogste niveau leidt op in vijf wetenschappelijk geaccrediteerde masteropleidingen in Governance, Business Law and Humanities en Accounting and Management. De School of Business is op undergraduate niveau.

Duurzaamheid en scenariodenken

Alle programma’s op masterniveau zijn sinds twee jaar gerelateerd aan ‘global trends and concerns’. Zo gaan vijf vakken in de MBA over duurzaamheid. Bij Accounting is verantwoording of rekenschap afleggen het belangrijkste thema. De Master of Public Administration is overgestapt naar Governance van de ‘open society’ en in de opleiding Business Law staat sociale verantwoordelijkheid centraal.

“Een burger heeft twee schouders: één  voor z’n gezin en de andere om iets te doen voor z’n land“

Voor Lim A Po betekent dit dat in een samenleving de wetten, gewoontes en instituties onderwerp moeten zijn van continue verbetering. “Door hoger onderwijs proberen we ook de Surinaamse instituties te versterken; hoger onderwijs is in die zin cruciaal. Het gaat dan niet alleen om het diploma te halen, het gaat ook om life long learning en commitment to the public good. Een belangrijk deel van de topmensen bij Staatsolie komt van FHR; ook die bij de overheid en bij grote Surinaamse bedrijven werken, zoals het Fernandes concern.”

In de masteropleidingen staat nu ook het scenario-denken centraal. Dit past overigens ook bij het concept van de ‘open society’. Lim A Po: “In mijn tijd bij Shell vanaf 1981 heb ik het denken in scenario’s geleerd. Ik werd eerst een aantal weken in de kamer gezet waar ik moest leren om op de langere termijn te denken. Hoe zou de mijnbouwsector in Suriname zich over langere tijd ontwikkelen. Vervolgens werd ik drie weken naar een cursus in Engeland gestuurd. Die ging alleen over, heel algemeen gezegd, het begrijpen van de wereld. Grote …