100.000 euro hypotheekfraude ontdekt

door

De kantonrechter heeft A. ‘Richard’ M. veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar en zes maanden met aftrek voor zijn betrokkenheid bij verduistering en oplichting. Bij zijn veroordeling verklaarde hij: “Ik ben een straatrat geworden”, terwijl hij beweerde een vriendendienst te willen bewijzen door een pasfoto van zijn medeverdachte te laten maken.
Naast Richard M. werden ook de medeplichtigen B.W. en S.R. veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met aftrek en een proeftijd van twee jaar. De verdachten waren reeds in vrijheid gesteld.
Het verhaal kwam aan het licht toen een notaris ontdekte dat enkele mannen een hypotheekakte wilden laten passeren om een lening van 100.000 euro te verkrijgen voor een perceel dat op naam stond van een arts. De notaris werd argwanend toen hij een identiteitsbewijs kreeg van de arts met een andere foto erop.
Aangezien de notaris de arts goed kende, belde hij hem op. De arts arriveerde snel en bevestigde dat de documenten vals waren. De politie arriveerde kort daarna en trof zes mannen aan op het kantoor van de notaris, waaronder Richard, die zich voordeed als de arts, samen met W.B. en R.S. Ook aanwezig waren de geldschieter en tussenpersoon M.B., een makelaar.
De notaris gaf aan dat de documenten authentiek leken, maar na verder onderzoek bleek de foto op het ID-kaart niet overeen te komen met de arts die hij kende. Toen Richard geconfronteerd werd met het bewijs, gaf hij direct toe dat hij zich met een valse ID-kaart had gepresenteerd om de akte te laten passeren.
Bij de politie en de kantonrechter verklaarde Richard, die zelf taxateur is, dat het zijn arbeider was die hem benaderde voor het vestigen van een hypotheek op een perceel. Hij kende de arbeider onder de naam van de arts en wist niet dat deze anders heette.
Richard benaderde de makelaar M.B. en vroeg hem om een geldschieter te zoeken en de akte te laten passeren. De arbeider, een buitenlander, verklaarde bij de politie dat hij door Richard werd gevraagd zich voor te doen als de arts bij de notaris, waarvoor hij betaald zou worden.
Toen de notaris de naam van de arts noemde, stak de arbeider zijn vinger op en zei dat hij de arts was. De notaris merkte echter op dat de naam op de ID-kaart naast hem zat. De arbeider verklaarde verder dat hij enkele dagen lang handtekeningen moest oefenen, en dat de makelaar M.B. hem had verteld dat hij tegen de notaris moest zeggen dat hij de makelaar al lang kende. Het onderzoek leidde uiteindelijk tot de vrijlating van de arbeider.